OVER DE ONDERROKJES. 413
te verfpreidenalleen boven de be-
fmette plaats doet blyven hangen't
zy dat afwaaijende winden die vandaar
wegdryven, en haar dermate wyd en
zyd door de lucht verfpreiden, dat
zy geheel krachteloos wordeof ook
dat eene zwaardere lucht door de fmet
hoog op te heffenof wel eene fterke
hitte door haar vluchtig te makende
zelve naar boven doet klimmen, en
den benedenften dampkring daarvan
zuivertzoo dat zulk eene befmette
plaats zelve, wanneer zy dagelyks
geene nieuwe bronnen had, die haar
befmetteden, ras van alle befmetting;
gereinigd zoude zyn. Daarby kunnen
tusfchen beiden liggende bergendui
nen of hooge gebouwen, den befmet-j
ten luchtftroom doen fteuitenen nabu-<
rige plaatfen, die door zoo eene gun-}
ftige ligging beveiligd zyn, daarvanf
bevryden: zoo als ik getoond heb doop
voorbeelden van de kinderpokjes aart
kaap de goede hoop, en in den,
polder westnieuwland op 't eiland.
goedereede van den roodenloop in
deze plaats; en van hen, die in pest-
tyden zich in hunne woningen naauw
op-