416 s. a, de moraaz, antwoord vraag even zoo min, als dat men op het oog hebbe fommige landftreken, die (gelyk ik getoond heb) vry bly- ven, om dat bergen, duinen, of hoo- ge gebouwen, haar affchutten te gen befmetting van eene naburige plaats. Eindelyk, wanneer men nog eens overweegt, dat de pokfmet aan de meeste landen, en byzonder ook aan ons land, niet altoos oorfpronklyk eigen is geweest; maar van elders is aangevoerd: en dat men zelfs na genoeg weet te bepalen de tyden zoo als ik te voren heb opgegeven, op welken die fmet van het eene wae- relddeel in het andereen nog wel byzonder in fommige landen eerst is overgevoerd: dan blykt daaruit ten klaarftedat de gefteldheid van eene plaats hieraan weinig of niet te wege brengt. Want daar, by voorbeeld, de kinderpokjes eerst in de zestiende eeuw door de Spanjaarden in Ame rika; en nu eerst in deze eeuw door de Hollanders aan kaap de goede hoop zyn overgebracht: wie kan dan geloovendat zulke landenruim vyf- tien en zeventien eeuwen lang, vry zouden gebleven zyn van kinderpokjes: zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 542