413 s. A. DE MORAAZ, ANTWOORD geneesheeren, ten tyde van rooden- loop of andere befmettelyke ziekten tegen eenige fchadelyke vruchtenen fpyzen, gemeen gemaakt? Menbren- ge vervolgens zich te binnen', wat ik, over de befmetfelen in het gemeen handelende, hieromtrent al gezegd heb Heb ik niet onder anderen aan getoond, hoe in eene langdurige be legering, door het eten van onnatuur- lyke fpyzen, zelfs de pest ontdaan is? en heeft de ondervinding niet geleerd: dat, by een' algemeenen hongersnood, de ryken, zoolang zy van goed en namurlyk voedfel zich nog voorzien konden, vrygebleven zyn; terwyl de gemeene man, door dit gemis, reeds lang befmet was geraakt? Hoe ge lukkig in 't jaar 1777. ter voorkoming van eene heerfchende ziektede ontdekking van den Heer de man te nimwege, wegens zeker venynig vogelgebraad, binnen die Had geweest zy: toonen de fchadelyke en zelfs doodelyke gevolgendie daaruit ont daan zyn, zoo als men zien kan uit ZynEd. door my reeds aangepreze- 11e Verhandeling. Dan gants an ders is het met de kinderpokjes gele gen;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 544