OVER DE KINDERPOKJES. 423
vernuftig vertoog aan het puhlik mede
gedeeld waartoe een ontwerphier
toe llrekkendeword voorgefteld: -*•
dan de Baron dimsdale meent
daartegen: dat, zoo al eens de in
woners van dorpen en kleine fteden
in een algemeen ontwerp tot hunner
aller welzyn overeenftemden, echter
de onmogelykheid, om alle de inwo
ners van London, of andere groo-
te en volkryke fteden, op een' en
denzelfden tyd eene algemeene in
enting te doen ondergaan, geen
oogenblik overweging behoeft: naar
dien de zwarigheden, welken men
in een vry land hiertegen ontmoeten
zoude, zoo meenigvuldig en onover-
komelyk zyn: en het zoude, om
zoo eene zelfde reden, ook in onze
vrye Republik geen' minderen tegen-
ftand ontmoeten. Maar, al konde zulks
onder ons uitgevoerd worden, enalge-
fchiedde zoo eene algemeene inenting
zelfs ook in alle naburige landen; ja
wat meer is, de geheele waereld
Dd 4 door,
Bedenkingen over eene algemeene en deelsge-
wyze of' byzondere inenting der kinderpokjes enz.
ait het Èngelsch ver;, te Rotterdam: 1777. bl. 48*