OVER DE KINDERPOKJES. 435 heel en al uit te roeijen, en dacht, dat 'er nog geen waar tegengif tegen de pokfmet was uitgedacht, geeft echter het volgende geval op, waar uit hem toefchynt, dat de jenever boom eene kracht bezit, welke hier eenige aanmerking verdient. Eene juffrouw, bemerkende dat de pok- jes in hare buurt regeerden, liet ha- re kinderen dagelyks baden in een bad, gemaakt met jeneverhout; en brandde hetzelve in haar vertrek. Al hare acht of negen kinderen werden voor de pokjes bewaard: en geen één derzei ven, fchoon zich aan de befmetting blootftellende, heeft ooit deze ziekte ondergaan. Ook heeft men in schotland op- gemerkt, dat die plaatfen, alwaar de jeneverboomen groeijen, voor de pokjes zyn bewaard geble- ven De freiburgsche Hoog leeraar d. van mederer fielt, dat de kalkloog alle flym verdelgt, ook het adderenvergif in zyne beftand- deelen, en het daardoor werkeloos maakten dat dit zelfde ook gefchiedt Ee 2 met Zie Ceneesk. bibl. III, Deel, 4. ff, bi. 74?.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 561