/f33 S. A. BE MORAAZANTWOORD een tegengif niet voorlichten. Alleen zoude men hierin, door proefnemin gen by het doen der inentingen, in zonderheid op gevonnisde perioonen, fomtyds groote vorderingen kunnen maken: wanneer men een' tyd lang Vooraf, eer men de inenting in 't werk fteldcaan zoo iemand verfchei- dene ioorten van middelen ingaf; en zelfs de eenvoudigfte zaken, waarin dikwyis de grootfte kracht ontdekt Word, niet onbeproefd liet. Wie toch zoude in de fuiker zoeken, dat zy, bytyds ingenomen, een onfeilbaar te gengif is tegen de zoo vergiftige py- len der indianen? Zoo ook werd eertyds de beet der Jcorpioenen voor doodelyk gehouden: maar nu, wan neer men de Jcorpioenen aan ftuk floot, of derzeivêr olie op de wonden legt, genezen de gewonden, en bly- ven van dit gif bevrydt. Ook zoude men bovendien de poketter, eer men daarmede inentte, niet alleen met campherof met de kaikloog van me- berer, maar met verfcheide andere zaken eerst vermengen kunnen; en zoo beproeven, ofzy ook door eenig bymengfel krachteloos gemaakt konde wor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 564