OVER BE KINDERPOK JE S. 439
wordenimmers de fcheikunde temt
door zwavel het fterklle gif, het
rottenkruid zelve niet uitgezonderd.
Dan, offchoon op deze, of wel op
eene andere toevallige wyze, den een
of anderen tyd een tegengif tegen
de pokfmet, zoowel als tegen de
vemsfmet, welker aard men even min
kent, ontdekt mocht wordenzoo is
en blyft 'er echter nog altoos deze
groote zwarigheid overdat namenlyk
het pokgif zich in onze lichamen
niet eer ontdekt, voor en aleer het
reeds door devloeibare en vaste dee-
len verfpreidt is, en de toevallen der
ziekte zelve reeds te voorfchyn ko
men het gene by de ingeente pokken
gemeenlyk eerst op den zevenden of
achtftendag, en by de natuurlyken nog
iets later, voorvalten dan is men zelfs
nog niet zeker, dat het kinderpokjes
zyn, voor dat het tweede tydperk der
ziekte begint, welker verdere voort
gang dus dan alleen maar gefteuit kan
worden.
Daar men nu tot nog toe niets heeft
kunnen uitdenken, het gene in ftaat
is, om de pokfmet geheel en al uit te
roeijenzien wy danof men zoude kun-
Ee 4 nen