44° S. A. DE MORAAZ, ANTWOORD ven belettendat zy van elders naar ons worde overgevoerdDe Heer m. p aulüt meent, dat daar de kinderpökjes even zoo min als de pest, mciaatsch- heid en eenige andere befmettelyke ziekten, aan ons land eigen zynmaar alleen door befmetting uit andere lan den zyn aangebracht; en men ech ter die ziekten door goede voorzor gen uit onze landen geweerd heeft, en nogdagelyks belet daarin te komen: - men ook even zoo getnakkelyk de landcrpokjes zoude kunnen uitroeijen en uit onze landpalen weren. Dy beeft zells eene onderrichting voor het algemeen, nopens des zelfs allergrootfle belangof kunst om zich voor de kinder ziekte te beveiligen: tot dat einde in het licht gegeven. Eene verhandeling, die wel verdient gelezen te worden, en vele goede, dochmyn's bedunkens geene tot dit oogmerk genoegfame, maatregelen bevaten die geheel ge- grondt is op deze verkeerde grondftel- lingdat de pokjmet zich overalbehal ve in de luchtvestige! eene Helling, die geene byzöndere wederlegging be hoeft, maar als geheel ftrydig tegen de grondwaarheden, waarop myne ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 566