der: OVER DE KINDERPOKJES. 447 ke nog dagelyks door nieuwe verbete ringen meer volmaakt konde worden. Ik zal my vergenoegen met Hechts eene ruwe fchets te geven, hoe men het zoude dienen in te richten. Voor eerst zoude men in ieder dorp, ofwyk vaneene ftad, een'bekwamen eneerly- ken perfoon dienen aan te ftellenaan welken het gantfche beftuur ten dien opzichte was toebetrouwd; en die by voorraad van al het noodige daartoe voorzien was. Ook zoude bovendien onder zyne directie moeten aangefteld worden een genoegfaam getal gefchik- te perfoonen, zoo mannen als vrou wen die reeds gepokt hadden en by derzelver aanftelling zich onder eedé verplichtten, nietalleen om de zieken behooriyk en getrouw op te pasfen, maar wel byzonder ook, om alles ftip- telyk naar te komen, 't gene het regle ment waarvan zy een afdrukfel kry- gen, van hen vordert: ook moeten zy verplicht worden, om, zoo iemand maar eenigszins ftrydig daartegen han delt zulks aanftondszonder eenige oogluiking, ter kennis van den di recteur te brengen. Zoodra nu in een huisgezin de eerfte teekenen van kin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 573