4o4 s« a. de moraaz, antwoord van gegeten is, binnen de kam er afwas- Ichenen even daar buiten in een' em mer met koud water zetten: vooral mag niets, het gene de lyder heeft aange raakt,naar buiten gebracht worden: zelfs geen boekwaarin hy gelezen of geen brief, welken hy gefchreven heeften ook even zoo min eenig wollen- of lin nengoed, waaraan de patient, een meis je zynde, terwyl zy nog eenige roven had, genaaid heeft. Dit alles moet, na dat de ziekte geheel ten einde is geloo- pen, verbrandt of begraven worden. Ook moeten zy vooral het ziekvertrek rein en zuiver houden: en het daartoe met azyn en limoenfap befprengen; azyn doen uitdampen, of opeen'gloeijenden keideen uitdorten; falpeter of buskruid in branddeken: ookis de rook van cam ber Jeneverhom en bes feuen foortgely- en, niet alleen zeer verderftegendaan- de, maar nog bovendien als een tegen gif tegen de pokfmet door velen hoog geroemd. Ook moet men, zoo het jaar- getyde dit maar eenigszins toelaat, vu ren dokenliefst van deenkolenaan •welker uitwafemingen fommigen tegen de pestfmet, en hofmann tegen de Medic, ration, fust. Tom. II. pag. 236»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 580