lvi VOORBERICHT. Een Bastaardhottentot. genaamd ger- bit slinger, by gelegenheid ondervraagd wordende over de ondeifcheidene foorten van wild, dat men in de verafgelegcne gewesten van dezen uithoek [ie kaap] ontmoette: verhaalde, onder anderenhet volgende merkwaardige Dat hy nu federt eenige jareneen commando onder den toenmaligen Veldcóatmandant a n d r i e s petrus eurgerd, op cïo VGOVCIldc Bosjesmans had waargenomenby welk commando onder de Christenen zich ook verfcheïdene Hottentotten be- vonden. Dat na eene volbrachte expeditie met nog 15. ander e. Hottentotten, onder de welken zich, ,5 naar zyn best geheugenbevonden de Hottentot- ,3 ten car0lus en vlek, in dienst by Charles „5 Maraisjantje, woonachtig by Johannes Swanepoelen nog eenige andereudie in dienst van opgemelden Vehlcommandant BSROEtn wa- ren: hy cesb.it slinger (terwyl evengemel- a, de Commandant zich ophield, of bezig was, met andere Bosjes-mans op te fporen,) met zyn voor- gemeld gezelfchap negen vreemde dieren had ge- „zien: welken zy, op eene gemakkelyke wyste paard hadden ingejaagd, en dén derzelven ge- 9, fchoten. Dat, terwyl zy bezig waren met de bezichti- ging van dat voor hen onbekend dier, by hen was gekomen de burger louis van der merwe Davidsz. welke dat dier almede belchoud had t, zynde van de volgende gedaante, Het-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 58