466 de moraaz, over de kinderp. de naburige plaatfen de begraafnis sj ook hadden bygewoond". Ziedaar eene ruwe fchets nog ver- re van een welgevormd plan: maar gcnoegfaam, om te betogen, dat 'er wel voorzeker voorbehoedende middelen tegen de afzonderlyke befmetting van eene plaats te bedenken zyn! Dus heb ik alles afgehandeld, wat ik oordeelde tot dit myn onderwerp tebehooren, onder de zinspreuk. ubi vero morbus aliquis popu lar iter grass at us fuerit1 non victus ratiqnem in caus- sa esse; sed quod spirando ducimus: manifestum est. HIPPOCRATES de Nat hom. Text. 4. edit, charter, Tom. Ill, pag. 132, NA-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1792 | | pagina 592