KINDERPOKJ. (NASCHRIFT) 469
teld en wederlegd te hebben. Dan ik
heb federt bemerkt, dat de gevaarlyk-
de vyand der inenting, omdat hy hei-
melykis, en haar niet openlyk, maar
van ter zyde aanvalt zich heeft fchuil
gehouden, en my ontfliptis: ik be-
doele, dat men dit gezegende middel
verwaarloost wegens een verkeerd ver
trouwen 't gene men Helt op zooge
naamde voorbehoedmiddelen, of ge
waande tegengiften, die men zich ver
beeldt dat of vooraf, of in het eerde
tydperk dezer ziekte, ingenomen, ver
mogend zouden zynom de pokfmet
zoodanig te keer te gaandat 'er in 't
geheel geene, of ten minde zeer weini
ge en goedaartigepokjes te voorfchyn
komen j en dien volgende de inenting on
nut te maken. Ik heb in myne
prysverhandeling verfcheidene zooda
nige middelen, waarop de lichtgeioo-
vigen zulkeen vertrouwen delden, tot
een daaltje opgegevenzelfsonder an
deren befchreven de zoohoog geroem
de pillen van den Zweedfchen lyfarts ro-
sen van rosenstein, die met die van
Gg 3 bel-
cn nubyna uitverkocht zynde, zalik nog uitbrei
den en de derde uitgave ook voor andere (tanden
die meer kundig zyn, gefchikt maken.