478 DE MQRAAZj OVER DE
nog niet wederlegd was [c]. Dan hoê
verkeerd het my ook toefchyne, dat
men eenig tegengif tegen de kinder-
pokjesalvorens iemand befmet is,
toedieneeven min kan ik uit eene
vergelyking van de wyswaarop
men andere tegengiften gewoon is toe
te dienen, overeenbrengen: waarom
juist in de kinderpokjes het pokgif
niet aanftonds, zoo ras het binnen
het lichaam is, door zeker tegengif
(vooral indien het geene zoute of
bytende fcherpheid heeft) bedre
den moge worden: maar dat men zoo
lang moete wachten, tot dat dit gif
zyne uitwerking vertoone, en wel tot
dat in het tweede tydperk de pokjes
reeds zyn uitgebot! Dat dit evenwel,
en zeker om gewichtige redenen, de
ware meening van den meérgenoem»
den geneesheer j. j. van den bosch
zy, blykt ten klaarde uit den tyd en de
Wys, waarop hy zyne voorfchriften
toedienten nog nader uit het twee
de en vierde theorema practicum, dat
mea
[r] Proeve over de voorbehoeding der kinderpok"1
jes: bladz. 48. noot Qt).