484 A. B. FARDON, ANTW. OVER EE
ding van dewelken de antwoorden op
die vragen moeten ftrekkenindedaad
tot eene groote volkomenheid moeten
worden gebracht: daar men door
gaans moeilyke vragen opgeeften
daar doorgaans op die vragen één of
meer antwoorden inkomen, die men
voldoend acht, en met den uitgeloof
den prys bekroont. Men kan ook
geenszins twyfeien, of dit middel heeft
zeer goede uitwerkingen gehadmet
opzicht tot de vermeerdering der men-
fchelyke kundighedenvooral wat
aanbelangt de zoodanigen, welken wel
meest door proefondervinding verkre
gen moeten worden.
Daar echter de Verhandelingen, wel
ken door de Maatfchappyen bekroond
worden, hoe fraai en nuttig dezel-
ven ook mogen wezenzelden zoo al
gemeen bekend geraken dat elk, die
belang in 't onderwerp ftelt, daarvan
dienst kunne trekken, vermits elk,
fchoon hy al lust mocht hebben om al
les te lezende gelegenheid niet heeft
om alles te bekomen, of de daartoe
vereischte kosten niet gemakkelykkan
doen: zoo is de invloed van vele
zeer goede verhandelingen, op de we-,
tem