LOFREDE. 9 lijdzaam, geduldig en bedaard gemoedsbeftaante verdragenzonder dat hij zich tot drifttoorn en wrewel laat vervoerenwaartoe zulk een geile! zoo zeer overhelt. Terwijl het hem eene van zelfsheid is om alles aantewendenwat zijne Eerzucht voed- zei kan verfchaffen. Uitvoeriger kunnen wij over dit onderwerp niet zijnzullen wij niet te zeer van het hoofdoogmerk onzer Redevoering Uwen aandacht afleïdeir; het bijgebragte nogthans oordeelden wij noodzakelijk om Umijne Heerente doen opmerken waarin eigentlijk ware grootheid en deugd beftaatdat men de goede neigingendie uit ons temperament voort vloeiden getrouw opvolgtaankweekt en zoo be. ftuurt, dat men zich voor overdrevenheid echter zorgvuldig wachtteen dat men de kwade in te gendeel allenskens onderbrengtdoor 'er tegen te wakenftrijden en bidden en zich te oefenen in de betrachting van de tegengeftelde pligten. Wie zich zoo gedraagtbetoontdat hij met eenen verhevener geest dan de beesten bezield is die handeltgelijk het een redelijk fchepfel betaamt wiens daden -niet beflmtrd wordendoor zijne dier lijke neigingendriften en begeerlijkheden maar die dezelven in toom houdt en 'er over heerscht om aan alle zijne verpligtingenzooveel mogelijk, getrouw te zijnen in alle zijne betrekkingen waar lijk nuttig bevonden te worden. Befchouwen wij uit dit oogpunt wijlen onzen waardigenVoorzitter; wie zal hem dan den naam, dat hij waarlijk groot en deugdzaam wasbetwis ten?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 101