o f r e d e. 19 anderenweeklijks een vast gezelfchap met eenige weinige kundige en brave Leden der Middelburg- fche Hervormde Gemeente waarin hij op zijne tourbeurt eene Verhandeling voorlaswelke meest al verkeerden omtrend de gewigtigfte Waarheden gefchïkt niet fiechts om het verftand in de verhe- venfte befpiegdingen van God en Goddelijke za ken op te fcherpen en 'er zich iii te verlustigen maar vooral ook omonder 's Geestes medewer kende invloedenhet hart en den Wandel te ver beteren en befturenterwijl hijzoo in de week als des Zondagseen voorbeeld was in bet gezet bijwonen van den openbaren Godsdienstvooral in die Leerredenen welke ingerigt zijn ter bevordering van Bijbelkennis. Is 'er verder-eene Weterifchapwelke voor éenen redelijken befchonwer van 's H'eeren Werken vele aanlokkelijkheid heeftom ér door tot des Aller- lioogften Grootheid en Lof te woruen opgeleid liet is buiten tegenfpraalc de Natuurkunde. Geen wonder dus, dat winckblmans weetgievigeu geest in derzelver nafporingzelfs bij het klimmen zijner jarenzich verlustigde en dat het bijwo nen van derzelver lesfendes Winters te Middel burgeene zijner aangenaamfte uitfpannïngen was welke hij nimmer, zonder noodzakelijke beletzelen verzuimde. Meermalen zelfs beklaagde hij zich dat hijin zijnen vroegeren leeftijden academi- fche jaren vooralgeene meerdere aanleiding en ge legenheid gehad hadde om zich in dit vak van kundigheden meer te oefenen. Terwijl zijne vrij S air-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 111