17
JAMBEN
TEI NAGEDACHTENIS VAN DEN
W A A R D I C E N HEERE
Mr. IZAAC IV IN CKE LM AN.
Het ligt en rust dat eedle grijze hoofd!
Zoo ligt 5 zoo rust de pelgrim afgelloofd.
Reeds zag zijn oog van ver het heilig land
maar moede ontviel de wandelftok zijn hand.
De knie verzwakte cn zonk, waar d'eikenboom
haar noodigde ter rust. Nu maalt de droom
dér lange reis zich fpieg'lend voor den geest.
Maar 'twuft gevaar is over. 6Hij vreest
geen zandzeegeen woestijngeen gladde klip.
Al draait hem 't hoofd, ais in een fling'rendfchip
al is het, of hij nog aan rotzen hangt,
en diepten ziet, die 'tmenschlijk oog niet vangt,
hij rusthij flaapt. Ook rust de rauwe voet
en voelt de wond niet meerwaaraan hij bloedt»
Hem