VO ORBERICHT.
Allé Maatfchappijen en menfchelijke in
richtingen hebben gelijk de ondervinding
door alle tijden leerde, haare bijzondere tijd
perken; zij worden, wasfen, werken, bloei-
jen nemen afkwijnen en worden her-
Öeld ofgefloopt.— Ook dit ondervond het
zeeuwsch genootschap der weten
schappen te Vlisfmgen in de laatstverloo-
pene veertien jaren binnen welke geene be
kroonde of onbekroonde Verhandelingen van
het zelve zijn in het licht gekomen. Bij de
uitgave des XVd™ Deels van 's Genootfchaps
Werken bloeide het doch ongnnftige
lotwisfelingen en de voor den bloei van
Kunften en Wetenfchappeft zoo zeer nadeeli-
ge tijdsomftandigheden deden het kwijnen
I. Deel, brag-