J A M B T?.'
Uw gade treur, de kring van vrienden ween
de weduw zalve en 't weesje kus den ftccn
die U bedektgij ligt in ffille rust
van ftorm en vloed der tijden onbewust.
Be vreesde noodde zorgen zijn voorbij.
Gij zijt aan 'teind van 'swaerelds woestenij,
mijn winckelman en eenmaal, als Ge ontwaakt,
wordt nog voor U de laatste boei geflaakt.
Dan juicht mijn vriend in kalmteen voelt de kracht
van hoofd en hart vernieuwd.Mij dunkt, bij
lacht.
winckelman! ik zie een heldre traan
van blïden dank in beide uw oogen ftaan
terwijl de wolk des Richters plechtig drijft,
en Hij uw naam bij Zijne vrienden fchrijft.
Slaap in die hoopWij ftaren op uw graf
en zjjn u kwijtmaardaal tot ons niet af.
Wij, pelgrims, gaan, als gij, naar 't Vaderland.:
Be weg zij zwaarons leidt dezelfde hand
En koelt de f.aapin gindfehen langen nacht,
het leed ook afwaar ons de reis in bracht
wij zien u weSrdierbre grijsaarddan
't Zal feestdag zijn. Tot weêrzienseeuïe man