PK.iJS-VERHANDEI.iN GEN' J Volgt niet, dat daar van juist brand-koorn ontfhnt; neen, zoo zulk eene plant nog al halmen fchiet, kan zij zoo wel dode of ftuif- airenals brand- koorn voortbrengenhet is moeilijk hieromtrent iets ftellig te bepalen. Zomtnige willen dat befmet koorn als eene voorname ja de Burger pjolcs wildat het als de voornaamfte oorzaak van het brand-koorn moet befchouwd worden. Dan dit is niet natuurkundig gedachtzegt S.nadien het ftof van brand-koorn een dood lichaam is; ook word zulks door de ondervinding tegengefprokendie meermalen leert dat onder eene partij belinette tarwe niet meer brand-koorn gevonden word, dan onder zuivere. Ilij raadt dus dat men zich van aller best zwaar graandat men van elders laat komen, tot zaai-tarwe bediene; en dan nog allerveiligst van oude en overjarige tarweom dat dan de ligte korrels, en aan welken eenig gebrek en bederf is, in 't geheel niet meer zullen opkomen. Daar de ze dus dichter moet gezaaid worden, is het wel eenigszins kostbaar, evenwel raadzaam: omdat men dan zelden of nooit brand-koorn zal hebben. Hier mede Hemt de Burger pleijte in de hoofdzaak overeen: hij wil echter even weinig als S., dat men blaauwe tarwe zal zaaijen; niet, om dat het zwarte het graan befmetmaar omdat er eene verzwakking in is, welke tot brand-koorn aanleiding kan geven. Doch hij meent, deze verzwakking, door zijn mengzel (waar van ftraks nader) te kunnen overwinnen. B B.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 155