PP. IJS-VERHANDELINGEN. II
zoet bijgedaan worden; doch zoo men put-water
neemt, dat beter dan regen water is, tr.oet er naar
proportie zoo veel meer zout bij. Hier bij doet
men ééne vierde van een (pint kalk, en één onre
falpeter: offchoon dit er van weinigen word bijge
daan; daar het echter, wegens de vruchthanrma*
kende kracht van den falpeter, nuttiger zonde zijn,
hier van meer en van het zout minder te gebruiken
daar dit zeker niet voordelig voor den grond is;
evenwel kan inen niet zeggen, dat zulke geweekte
tarwe er merkbaar nadeel aan toebrengt; daar het
water fterk te zouten in eene andere betrekking
goed isom dat bet hier door zoortelijk meerdere
zwaarte verkrijgt, en dus 't ligte graan er beter op
drijft, om het, als fchadelijk, zorgvuldig er af te
fcheppen en weg te doen.
De zaai - tarwe wél fchoongeraaakt, door de
windmolen gejaagd en door eene feef gefchud, om
er 't klein en ligt graan of korrels van aftezon
deren, moet, onder het gemelde water gezet, er
ten minsten 48 uuren in blijven ftaan; gedurig wél
worden omgeroerdom het bovenkomende af te
fcheppen. De tarwe dus geweekt zijnde, neemt
menze uit het water, en laatze cenigszins wind droog
worden, ter voorkoming dat de korrels in het zaai-
jen niet aan eikanderen blijven hargen
Hier van verfchilt eenigszins de wijze van behan
deling, door P. voorgefchrevendeze gebruikc ee-
r.en groten bak, waaruit de beesten des winters
B 3 diirs-