fc 6 U. ÏONSE, ANTWPORD aangetoond wordt, in hoe verre de mid- delen, in die drie Verhandelingen opgege- ven, bevonden zijn te beantwoorden aan het oogmerk, dat men zich in de opge- gevene vraag heeft voorgefteld? Uit aanmerking van het belang, het welk de Landbouw heeft, bij eene voldoende beant woording van dit voorftel, vond ik mij opge wekt, die heilzame oogmerken te helpen be vorderen, en, was het mogelijk, het voorge- ftelde doei te bereiken. Ik nam dan ten dien einde, in den Herfst van het jaar 1796, bij het uitzaaijen van mij ne Winter-Tarwe, onderfcheidene Proeven, wdke ik in het jaar 1797 herhaalde, De mededceling van deze Proeven, met der- zelver uitkomftenzoudenvolgens het voor ftel, het cerfte deel dezer Verhandeling moe ten uitmakep; terwijl in het tweede deel, uit de vergelijking van de uitkomften der Proeven met de middelen in het Uittrekzel, uit de drie Verhandelingen opgegeven, zoude moeten aangetoond worden, in hoe verre die middelen voldoende zijn bevonden, ter bereiking van het oogmerk, het weik het Gcnootfcliap zich in de opgegevene vraag heeft voorgefteld. Dan, dewijl de bijzondere gevoelens van Burgers Schortinghuis, l'leijte en Paulus

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 178