OVER HET BRAND-KOORN. in het meergenoemde Uïtcrekzel worden voor gedragen; en hunne verfchillende gedachten in de bijzondere afdeeiingen van hetzelve meer malen voorkomenzouden die vergelijkingen wanneer ik het beloop van dat Üitrekzel wil de volgen, zeer moeilijk zijn: en daar het niet mogelijk is, dat mijne waarnemingen, en de uitkomften van mijne Proefnemingen, overeenftemmen met de verfchillende gedach ten der voornoemde Burgersen de billijk heid eischt, dat ik, wanneer ik met hen, of iemand hunner, verfchillend denke, daar van op eene befcheidene wijze reden geve; zouden mijne redeneringen daar door telkens worden afgebroken, en deze Verhandeling een ongeregeld voorkomen hebben. Daar en boven ftaac het voorftel in een on- middelijk verband met de opgegevene vraag; en zal 'er, naar mijn inzien, genoegzaam aan het oogmerk van het Genootfchap worden vol daan: dan zal de beantwoording, aan het geen in het vooi'ftel wordt gevorderd, teven» moeten dienen ter nadere beantwoording van de geheele vraag, om welke reden ik mijn onderwerp zal behandelen in de volgende orde'; I. Voor eerst, zal ik opgeven al het gene mijne waarnemingen mij in het algemeen ten aanzien van het Brand-ICoorn, ge- A 4 lecrd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 179