OVÈR HET BRAND-KÓORN. «3
nieuwe[mal en ligt, of zwaar en vo!ko~
men van fiuk: zij kan voortgekomen zijn van
Tarwe, welke eenige jaren achter den anderen
in dezelfde foorc van gronden is gezaaid ge
worden of van elders is ontboden of aan
gekocht; en eindelijk blanke of blauwe.
a. Aangaande de jarige of oude Tarwe, de
ze heb ik weinig tot zaad-Tarw gebruikt, of
zien gebruikendan in die weinige gevallen
'er nooit Brand-Koorn van zien voortkomen:
nieuwe Tarwe, daar en tegen, heb ik meer
malen Brand -airen zien voortbrengen.
b. Als ik van ligte Tarwe fpreek, verfta ik
daar geenszins door den afval of het krientzel,
het welk door den waaimolen of de koornharp
van de goede wordt gefcheiden: maar Tarwe
van eene mindere waardij dan de zware: doch
de ondervinding leert, dat de verfchillende aart
der gronden oorzaak is van deze verfcheiden-
heid. Wanneer men hetzelfde zaad-Koorn ge
bruikt, zal men, van braakland, Tarwe beko
men, die fmalder van ftuk is, dan die welke
op vlasland gewonnen wordt. Zelfs zal men,
wanneer men vlasland bezaait met Tarwe,
welke van braakland gewonnen is, betere Tar
we inöogften dan die, welke men heeft uitge
zaaid; en wanneer men braakland bezaait met
Tarwe, welke op vlasland is gewonnen, zal
men