ft ft
OVER HET BRAND-K00R.N,
-J
Op deze bedenking zal ik aanmerken, dat,
wanneer men de Tarwe droog uitzaaide, men
in weinige jaren geen andere dan blaauwe Tar
we zou inöogften. Zuivere blanke Tarwe zou
rnooglijk in het eerfte jaar weinig Brand-
Koorn voortbrengen: doch wanneer die we
derom tot zaad-Koorn wierd gebruikt, zou
van dezelve meer Brand-Koorn voortkomen:
vervolgens zou dit kwaad toenemen, in even
redigheid van den trap der befmetting van de
;;aad-Tarwe, die men gebruikte.
Maar dit heeft geene plaats: alle Landlie
den gebruiken middelen, om het Brand-Koorn
te weren, en dezezijn:
Dat men de Tarwe zuiver wascht in rein
water, en daar na in een mande doet, waar
in men ze zoo lang laat ftaandat 'er het
meeste water is uitgelekt: vervolgens giet men
die Tarwe op eene reine plaats, en dan mengt
men daar onder drooge kalk en zout, en ook
wel wat falpeter: dan dit laatfte wordt 'er
alleen door fommigen bijgedaan.
Of men ftort de Tarwe uit in een bak of
kuip, en doet daar zoo veel water op, dat
de Tarwe eenige duimen onder ftaat: voorts
voegt men 'er zoo veel zout en kalk, ook
wel falpeter, bij, als men uoodig oordeelt, en.
laat dan die Tijrwe daar tien of twaalf uuren
B 4 iu