OVER HET BRAND-KOORN. S 3 gezaaid, doorgaans meer Brand-Koom geeft, dan die, welke vroeger, en in drooge gron den gezaaid wordt, en dit heeft te eerder plaats, wanneer het zout fpaarzaam is gebruikt geworden. Wanneer de Landman niet keurig is in het uitkiezen van de zaad-Tarwe, en te gelijk on- naauwkeurig is bij het bereiden van dezelve; of, om dat hij te weinig vertrouwen ftelt in de middelen, bij de minfte ongelegenheid de zelve droog uitzaait, zullen zoodanige ftukken veeltijds met Brand-Koorn bezet zijn. Deze zijn, mijns inziens, de redenen van de verfchil- lende uitkomftcn der Tarw-oogden van de on- derfcheidene Landlieden, en de naaste oorza ken, dat 'er jaarlijks nog zoo veel Brand- Koorn onder de Tarwe wordt waargenomen; cn dit zal, zo ik vertrouw, nog nader blij ken uit de opgave van de wijze, op welke ik gewoon ben, mijne zaad-Tarwe te behande len en van de uitkomftenwelke dit voor mij gehad heeft. En dit is mijn tweede iluk tot het welk ik nu overga. II. De wijze, op welke ik gewoon ben mijne Tarwe, die ik wil uitzaaijen, te behan delen, is deze: Ik neem eene ruime tobbe, waar in ik zoo yeel Tarwe droog uitftort, dat die voor een B der-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 197