gó H. PONSS, ANTWOORD"
van het Brand-Koorn was; dan dit zal, mijns
inziens, nooit met goed gevolg worden onder
nomen. Men zal altijd mogen vragenvan
waar het kome, dat 'er dikwijls zoo veel
Brand-Koorn van onbefmette zaad-Tarwe voort
komt
Dat het zout het levensbegirizel zoude doo-
den, in die Tarwekorrels, welke Bi-and-Kooni
zouden hebben voortgebragtis geheel onbe
wijsbaar. Voor eerstom dat het doodend
Vermógen van het zout alleen daarin beftaat,
dat het in ligchamen, welke met zout door
trokken zijnde fappen buiten beweging
houdtmaar de fappen of werkzame begin-
fels van het leven, waar door de plant, die
in de Tarw-korrel befloten en in een gewon
den is, tegen alle aandoeningen van buiten be
veiligd wordt, en bij de uitfpruiting tot haar
eerfte voedzel dienen, blijven buiten beweging,
tot dat de korrel in de aarde geworpen wordt.
Waar uit volgt, dat de Tarwe door het zout,
In dit opzicht, geehe verandering ondergaat,
zoo lang die ongezaaid blijft; en gezaaid zijn
de, kan het vermogen van het weinige zout,
hetwelk de Tarwe heeft aangenomen, niet ge
lijk gefteld worden aan het vermogen van de
beweging der vochten 'fermentatiej) welke 'er
in. de aarde plaats heeft. Het is dus zeker,
dat