ÖVÈR HET BRAND-kOORNi 35 daar men airen vindt, welke gedeeltlijk goede, en gedeeltlijk Brandkorrels bevatten; houde ik het daar voor, dat de naaste oorzaak van het Brand - Koorn gelegen is in een gebrek of onvol komenheid van die buizen of werktuiglijke dee» len der plant, in welke de fappeii, welke tot formering van de vrucht dienen moeten, wor den toebereid; en daar, door de werking van het zout op de zaad-Tarwe, het Brand-Koórrt wordt voorgekomen, zal het zout dienen, zoo als ik gezegd heb, ter verfterking van de werkzame, beginfels, welke, bij de uitfprui- ting, het eerde Voedzel zijn van de plant, die in de Tarw-korrel, met al derzelver dee- lenineengewonden isten einde de werk tuiglijke dcelcn der plant te bewaren voor een 'gebrek of eene onvolkomenheidweikezon der dit middel; mdogïijk ontdaan zoude zijn, of plaats gehad zoude hebben, en dus oorzaak van Brand-Koom zijn geweest. Hoewel ik het nu daar voor houde, dat het zout het voomaamfte middel is tegen het Brand-Koorn, erkenne ik tevens het nut van de wasfehing, cn van den kalk. Door de was- fehingi wordt de Tarwe gezuiverd van de pop pen of Brand - korrels en vfiii haar beimcctcnd dof, welke 'er in de zaad-Tarwe zijn mog- ten. Wanneer de Tarwe in ruim water ligr, C a éi*.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 207