5 O H. PONSE, ANTWOORD ting betuigen. Zij verdienen allen lof, als hebbende zich verledigd tot het onderzoek en behandelen van eene zaak, welke voor on zen Landbouw van zeer veel gewicht en aan belang is: en zij zullen waarlijk veel gedaan hebben, wanneer de aanleiding tot een na der onderzoek, door hunnen arbeid gegeven, dat gevolg zal hebbendat aan het ftuk door hun behandeld, zoo veel licht wordt bijgezet, dat 'er de Landbouw het bedoelde nut volkomen door zal kunnen erlangen. Ten aanzien van de oorzaken van het Brand- Koorn, zal ik aanmerken, dat mijne waarne mingen mij nooit eenïge aanleiding hebben gegeven tot de gedachtendat dit kwaad zou voorkomen, of veroorzaakt worden, door ge brek aan genoegzaam voedzelik heb die waarnemingen in liet Iftc deel dezer Verhan deling, biadz, 9-20, opgegeven, en zij heb ben mij geleid tot de gedachte, dat de oor zaak van het Brand- Koorn in de natuur van de Tarwe zelve gelegen is; en dat dit kwaad, aanwezig zijnde, door de befmetting' nog fter- ker wordt voortgezet, zie biadz. 21. Waar om ik dan ook niet geloove, dat de gefteld- hcid der gronden, of de omftandigheden, wel ke bij de bezaaijing plaats hebbenoorzaak zijn van het Brand - Koorn. Zie biadz. n, ia»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 222