over het' brand-koorn, 6§ No. i. en a. van het gewas in 1797: de blaauwe Tarwe, No. 2., die ik blank en rein gewasfchen had, was niet zoo fterk met Brand-Koorn bezet, als No. 1.welke ik droog had uitgezaaid. Maar 'er zijn zeker nog andere oorzaken van het Brand-Koorn: de blaauwe Tarwe, welke ik tot mijne proef neming had aangekocht, was voortgekomen van Tarwewelkevolgens een geloofwaar dig getuigniszuiver blank wasen deze oorzaak kan alleen in de Tarwe zelve gele gen zijn, om dat het middel, waar door het Brand-Koorn geweerd wordt, alleen op de zaad-Tarwe kan werken, en dat maar voor eenen zeer korten tijd. Zie daar, waardige medeburgers f mijne ondervindingen, overdenkingen, en proe ven, met derzelver uitkomften, ter beantwoor ding van uwe vraag, aan het hoofd dezer Verhandeling geplaatst. Ik beken, dat de eerprijs, door ulieden uitgeloofd, mij werkzaam heeft gemaakt: maar ik kan u tevens de oprechtlle verzeke ring geven, dat de liefde tot de bevorde ring van den Landbouw, eri deszelfs bloei, mijnen arbeid heeft beftuurd. Ik ben vol komen bewust, dat ik niets' in deze Ver handeling gefchreven heb, dan het gene ik4 3. deer. E fiool"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 237