8o A, SCHRAVKR, ANTWOORD
werken zouden kunnen zijn, of gemaakt wor
den. Dan, dezulken moet ik onder de aan
dacht brengen, dat die Kram-werken (daar
men die gewasfen, als een zouten grond be
gerende, zoo gul en menigvuldig aantreft) in
het zomerfaifoen niet meer behoeven te die
nen: gemerkt die Kram-werken tegen andere,
en reeds verlopen, faifoenen waren aangelegd,
zoo als uit de volgende reden nader blijken
zal.
2. Dat géene kruiden, heesters, of andere
gewasfentusfehen de Kram - werken kannen
worden geplant, om dezelve duurzamer, cn
tegen den flag van 't zeewater meer bolland
te makenontléene ik uit het jaargetijwaar
in zoodanige kruidenen gewasfendie gc-
duurzaamheid en beflaanbaarheid aan de Kram
werken zouden moeten bijzetten.
'Er is bereids aangetoond, dat die gewasi
fen niet in het water kunnen voortkomen, en
dus behoeft het geen bewijs, dat zij 'er ook
niet in kunnen blijven beftaan. Want offchoon
zij op zoute gronden welig groeijen; is 'er-
echter zoo veel onderfcheid tusfehen zouten
grond, en zout water, als tusfehen de krui
den en gewasfen, die in den eerften groeijen:
cn tusfehen de visfehen, die in het laatfte
leven en voorttelen.
Maar