över het kram- en mat-werr. 8ï Maar op dat 'er geene bedenking ovcrblij- ve, of 'er foras evenwel géén enkel kruidje was, dat met vrucht tusfchen de Kram - wer ken zoude kunnen worden aangekweekt! lette men alleenlijk Op het jaargetij, Waarin de Zeeuwfche zeedijken onder de Wintermat wor den gebragt. Dit gefchiedt in het najaar; en op zulke plaatfendaar veel meekrap wordt geplant, meestal in de maand Augustus: om reden dat de tijd waarhl de mee moet ge dolven worden, met den iftcn September in valt, en vele handen noodig heeft. Doch op andere plaatfendaar de dijkers zich óm dert delftijd niet behoeven te haasten; wacht men met het leggen der wintermattentot in dé maand September. Als dan moet ieder dijk- houder, of aannemer van Kram-werken; zijn aangekaveldenof hem aanbefleedden dijk ónder de wintermat brengenwaar van de hoogte, die hij moet aanfteken, bepaald is, of diend te zijn, volgens die hoogte; op welke de dijken, door de ftormvloedenin den winter, kunnen worden aangeflagem En om de vloering van die wintermat egaal ïti het fprei te kunnen leggen, is elk dijker van zelve genoodzaaktden grond als dan van alle kruiden en gewasfen, die 'er de zo mer op deedt voortkomen, te zuiveren, I. deel, F Dnaé

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 253