OVER HET KRAM- ENMAT-WERK. IOI legde mat alzoo voor de zwaarfte flagen der zee te dekken. De winter verftreken, en een gunftiger fai- foen daar zijnde, moet men de volkomene herftelling van zulke gaten ondernemendie eerst van de provifionele wering ontblooten; de afgevlakte kantenen den bodem van het gat, een weinig omkerven; en dan met goe de klei, of fchorgrond, die zwaar, gelijk- foortig, en voor het water, zoo na moog- lijk, ondoordringbaar is, met dunne lagen, fijn gefeherft, en ftijf aangetrapt, zoo hoog vullen boven het oude wederzijdfche dijkftaal, als men gist, dat de ineenzakking of krim ping der ingebragte vulftoffe zal bedragen, en het dan bekrammen voor den zomer, op dat allestegen dat de wintermat 'er op moet worden gebragt, de noodige vastigheid zoude hebben verkregen. Men moetbij dergelijke bewerkingen altijd een vertrouwd opzicht ftellen, ten einde voor te komendatgelijk men wel eens te laat ontdekt, geen geftolen rijs, gaarden, fta- ken, llroo, riet, vaak, of vloeimerk, door de dijkers, in die gaten worden geflopt, en flechts zoo veel aarde 'er opgebragt, dat zij met de kramfpa het bedrog niet kunnen aan- ftekc-n. Want alle dergelijke' ftoflèn hunnen G 3 zicl^

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 273