OVER HET KRAM- EN MAt-WEtt.lt. Itï
zijdligs aantasteh: maar men moet hier het
fprcizel leggen in de ftrekking van de dor-
fering, en, met de eerfte laag, beginnen van
boven het Kram-werk af, of van den hoog-
ften band, en zoo band voor band affpreideii
tot aan de tee des dijksop gelijke wijze,
als in het eerde voorbeeld is gezegd dan
is de loop der golven, zoo Uit het zuid
westen, als uit het noord-westen, op gelijke
wijze tegen het fpreizel gericht: echter altijd
zóó, dat de golven, met de gefchubde lagen
van het fpreizel meegaande, nooit tegen die
lagen inloopen kunnen.
En de ftormen uit het Westen, die recht*
ftreeks op den dijk waaijen, jagen de golven
altijd, in dezelfde richting Van hét glui of
riet, waar uit het fpreizel is gelegd, tegen
de dorfering open geleidlijk over dé gé-
fchubde lagen, die, in deze ftreeklijn, end*
lines worden aangevallenen dieshalven den
grootften wederftand, tegen de flagen der
zeebieden kunnen.
Hoe eenvoudig deze regel, op het leggen
van het fpreizel, tof vloering, ónder de
Kram - werkenfommigen ook mag voorko
men kundigen zullen denzelven goedkeuren 3
trouwenszij is ontleend uit de werken en
wetten der fchoone Matuur! en allergefchiktst
om