124 A* SCHP.AVER, ANTWOORD doorgaanfcbe fchaarsheid van gluivoornaam- lijk in het Eiland Schouwen, noodzaakt de dijkers, maar al te dikwijls, hunnen toe vlucht tot het binnen- en buitenlandsch riet te nemen. Het leggen van riet op de dijken is, bij gebrek aan het noodige glui, het beste mid del, dat men kan aanwenden: maar men mag het riet nooit enkel laten gebruiken, om dat het, door de grofheid der ftengels, niet digt genoeg in het fprcizel ligt. Het is hierom noodzaaklijkdat, aan zulke plaatfenwaar mendoor fchaarsheid van glui, tot het gebruik van riet moet over gaan eerst den grond wordt gedektmet een vloering van goed glui, om de zoo noo dige digtheid te verkrijgen: en dan, boven die vloeringeeniprcizel göedfijnleven, dig gelhcdcu riet, om de mat. hare vereischte ftevighcid bij. te zetten; over welk fpreizel men dan kramt met gewaterd glui: en zulk eene mat, met glui gevloerd, en door het rietlpreizel verfterkt, op de wijze als voren omfchreven is, behandeld zijnde, zal ook eene genoegzame geduurzaamheid en beften- digheid, tegen, den flag van het zeewater, hebben. .Wat beter zij, te krammen met platte beu, gek*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 296