OVER HET KRAM- EN MAT-WERE. Ï2$
gels, gelijk men in Walcheren fteekt; of mer
gedraaide beugels, zoo als in Schouwen wordt
gedaan, zal ik niet bcflisfen: in beide ge
vallen duuren de beugels lang, en kunnen
veel langer duuren dan de matten, en dit is
genoeg. Maar, daar men de ruimte van glui
heeft, zoude ik de platte beugels, boven de
gedraaide, verkiezen, om dat die minder aau-
iïootlijk zijn voor het oploopend zeewater;
doch, daar men tot de platte beugels meer
dan eens zoo veel ftroo behoeft, is men, in
Schouwen, uit gebrek daar aan, genood
zaakt de beugels te draaijen, om die, in
fterkte tegen de zee, aan de platte gelijk te
brengen.
Of het beter zij, het glui, tot de dijken,
binnen in de Lands keeten of fchuuren te
houden, of het buiten aan klampen te zetten,
is moeilijk te bepalen: het is zeker, dat het
glui, buiten geklampt, zoo als het in Wal
cheren plaats heeft, minder verbroeit of ver
flikt, om dat de lucht 'er altijd in en door
fpelen kan; maar het kan ook veel te lijden
hebben van inwatering: want als, bij zware
winterftormende dak-lagen 'er afwaaijen, en
de klampen daar door eenigen tijd moeten
blijven openliggen voor regen en lheeuw»
'begrijpt men ligtlijk, dat zulks in de klam-
pea