igd A. c-hrAver-, antwoord tingen meer beftand te "makenniet mooglijk en ook niet raadzaam zijn zoude. 2. Dat 'er geene kruiden, heesters, of andere gewasfengefchiktof op onzen grond bekend zijn, met welke, tusfchen de Kram-werken te planten, die Kram-werken duurzamer, en, tegen den flag van liet zee water meer beftand zouden kunnen worden gemaakt En ten 3. Bij de befchöuwing van de gebreken der Kram-werken, te hebben getoond de wijze en de middelen, om Krant-werken te vervaardigen, die van alle moedwillige mis handelingen, en andere verzwakkende onge vallen, bevrijd zijn; en eene gedtrurzaam- heid; en behendigheidtegen den flag van het zeewater, zulien hebben, die met den aart en het oogmerk des werks overeen komen; en waar op men veilig zal kunnen vertrouwen. Nuttig te zijn, was, met deze Verhande ling, mijn oogmerk. En zoo het mij ge lukken mag, daar in te flagen, ben ik ge noeg beloond. Ik heb geene bedoeling ge had om te fcliitteren: maar om mijne grond regelen,- bij ondervinding opgezameld, en door oefening befchaafd, in dier voegen, me-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 302