DE SUATIE VAM WALCHEREN. I37 gezocht worden binnen 's Lands luiten 's Landsin de Jluizen zelve en in eenige toevalligheden Binnen 's Lands koinen ons voor de water gangen fprinken hoofden heulen buizen enz., die de gemeenfchap van het land- water onderling, en met de Huizen, moeten bevorderen. Of de watergangen en fprinken in het Ei land Walcheren, uit hoofde van de gelegen heid des oppervlaks, oudtijds niet anders zijn kunnen worden gegraven; of welke omftandig- heden tot eene legging, zoo als wij die thans zien, hebben kunnen verplichten, is voor mij eene duisterheid: maar dat de watergangen en fprinken niet liggen, zoo als die, tot de voordeeligfte ontlasting van het landwater, be hoorden, en dus, in deze yoorname toeleidin gen van het landwater, aanmerklijke belemme ringen en hindernisfen aan de ontlasting des landwaters gevonden worden, zal gemaklijk te bewijzen zijn. Om dit bewijs, voor elk, hoe eenvouwig hij ook wezen moge, tastbaar, en voor alle tegenfprekingen onwederlegbaar te maken, ver zoeke ik, dat men het lezen wil met de kaart van het Eiland Walcheren, door, de in genieurs D. w. CAREL en A» HATTINGA, I 5 zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 309