144 A. SCHRAVËR, AMÏWOORB OVÉÈ groot verval, deszelfs ontlastwater af te voe ten, en Ipocdig op ftroom te kunnen ver- deelen. Maar de andere drie Huizen, als eene onder den Steenen Beer, die de Middelburgfehe haven van de Stads gracht affcheidt; eene in de Middelburgfehe haven; en eene in Wel fingen hebben alles tegen zichwat men met eenige mooglijkheidnadeelig noemen kan. Want met betrekking tot de verdeeling van ieders ontlaste masfa waters, zal dit, uit de Huis onder den Steenen Beer, langs de Mid delburgfehe haven en Welfingen, 1700 Rhijn- landfche roeden lengte moeten afloopentot buiten Rammekens, eer 'er eenige waterver- deeling mooglijk is. De fluis in de haven, genaamd de Manne- zeefche fluis, ligt iaoo roeden, en die in Welfingen, 500 roeden lengte van Ramme kens, of van die plaats, op ftroom, daar men de waterverdeeling ftellen moet. Voegt nu hier bij, dat alle drie deze Hui zen hun landwater ontlasten in - en afvoeren naar buiten iangs eene kil: waar uit baarblijk- lijk volgen moet, dat, indien het landwater tegen alle die Huizen even hoog "ftaat, iets dat, om deszeifs gclijkwigtigheid en vloeibaar heid

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 316