0E SO ATIE VAN WALCHEREN. 145 heid, met reden mag vastftellen, (bij harde winden uitgezonderd de fluis, die het naast aan den mond van Welfingen ligt, het eerst zal beginnen te ontlasten: om dat het buiten water van ebbe daar het eerst tot die laagte komen zal, dat de Huisdeuren, door de pers- fing van het landwater, open kunnen drijven. Het landwater nu, dat zich, uit deze fluis, met het afloopend water van Welfingen verëe- nigt, vertraagt het ebwater tusfchen Welfin gen en de Mannezeefche fluis, in reden dat 'er meerdere of mindere hoeveelheid door de Welfingfche fluis ontlast; en dit heeft ten ge volge, dat de Mannezeefche fluis j die onder den westlijken havendijk omtrend 700 Rhijn- landfche roeden van de Welfingfche fluis ligt, ook zoo veel later kan beginnen te werken j, en dóór de belemmering, die de ontlasting van deze fluis, in het afloopend ebwater, te weeg brengt, moet ook de fluis, onder den Steenen Beer, die 500 roeden van de Manne zeefche fluis ligt, al mede zoo veel tijds na deze opengaan. In reden nu van dit later en later opengaan der gezegde Huizen, door de vertraging, die derzelver ontlast landwater, in den afloop van het ebwater, veroorzaakt, is de ontlasting der Huizen minder, dan die zoude zijn, wanneef I. deel. K ie*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 317