DE SUATIE VAN WALCHEREN. 153
dere nieuwe Huis, met twee kokers, en van
ruim zoo veel wijdte als de gedempte, eenige
roeden verder op, onder den Steenen Beer,
is gelegd: zoo dat 'er, ten aanzien van het
getal, de plaatfen, en de wijdten der Huizen,
met betrekking tot de ontlasting des landwaters
uit het Eiland Walcheren, niets ten nadeele
is veranderd.
Ook is 'er binnen 's Landsin Walcheren
niets aanmerkenswaardig, boven de opgegeve-
ne kromtens der waterliggingen, die al mede
van vroegere eeuwen alzoo gelegen waren,
ten nadeele van de ontlasting des landwaters,
te befpeuren.
En eveneens is ook het klagen van velen,
in het Eiland Walcheren, over bezwaar met
en gebrek aan ontlasting van het landwater,
nu nog juist zoo, als dit over eeuwen
was, en niet anders kon zijn: gemerkt 'er
ook in vroegere tijden, even als in onze da
gen, najaars faifoenen zijn geweest, waar in
veel water viel, en, door gebrek aan hooge
winden en lage ebben, gelijk ik reeds te vo
ren zeide, de Huizen gefloten bleven; en dus
alle ontlasting belet was: waar door het ge
vallen water binnen 'sLands moest blijven;
en, naar mate van de meerdere of mindere
drachten der winden, nu aan dit, en dan aan
K een