l6o Aw SCaHAVES, ANTWOORD OVER buitens of tuintjes, die, of geheel, of ge» deeltelijk, op een te laag terrein zijn aange* legt, niet zoo lang droog blijven, en zoo fpoedig droog worden, als de eigenaars zulks gaarne hadden. Ook klaagt jnen, in Walcheren, over den last van het landwater, om dat, voor drie bevolkte Steden, in dat Eiland gelegen, eene groote menigte groentens en moeskruiden noo- dig zijn, en thans, door het floopen van vele kapitale buitenplaatfenmeer dan ooit; en men juist den grond, daar toe, aan alle hovenieringen en moesfcrijenniet zoo hoog bij den anderen konde hebben, als, tot eene vroege bouwing en voordeelige vruchtbaarheid, gewcnscht wicrd: men dus verpligt is geweest, ook verfcheidene lage landenin - of aan die hovenieringen en moesferijen liggende, daar toe te gebruiken: die, bij eenigzins ongewoon hoog landwater, vroeg dras wierden, en niet vroeg in het voorjaar konden bearbeid of be zaaid worden. Maar zulke, en alle dergelijke klagten, doen niets af, om te bewijzen, dat het Ei land Walcheren al te onmatig, of meer dan in vroegere tijden, met deszelfs landwater be zwaard is, zoo lang men, voor dat bezwaar, geene andere en meer beflisfende redenen bij brengt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 332