DE SUATIE VAN WALCHEREN. 163 toen het water afgaan tot vijf uuren 's avonds ondervond ik, dat de voorfcbr. Huizen reeds om vier uuren fuëerden, en de Welfingfchd iluis, volgens bericht, reeds een half uur te voren had beginnen te werken. Den i4dcn Maart, met de nieuwe maan,' v/as 'er 's morgens, voor half zeven uuren, reeds weder Huisgang, niettegenftaande destijds het fpui fchuurde, en het eerst om half agt uuren laag water zijn moest. Ik wagtte, aan Wellingen, den tijd van het laag water af, tot zoo larig dat het, aan de palen van het Wellingsch bruggetje, over de fluiskil liggen de, omtrend twee duimen was opgegaan; ed bevond toen, dat, onaangezien het ontlastend landwater, en het fchuren van het fpui; het welk eene aanmerklijke verhooging in de Middelburgfche haven en in Welfingen, bóven het anders gewoon laag water, te weeg-.bragti de ebbeten minftentwee en een halven voet lager ging dan het Water op den 9den te voren, anderhalf uur vóór laag water tijd, was. Van Welfingen aan de Mannezeefche fluis gekomen zijnde, was dit verfchil van de toen malige ebbe, met het merk van het water op den 9dcn, 's namiddags om half drie im- ten, nog twee cn een halve voeten; ëri L s in'-'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 335