ü($4 A' SCHRAVSR, ANTWOORD OVER.
invallende vloed was toen, bij deze fluis,
nog niet merkbaar.
Ik begaf mij Voort naar de fluis onder den
Steenen Beer; aldaar gekomen zijnde, was
het omtrend half tien uuren 's voormiddags
en de verhooging des waters, in de kaai,
reeds zigtbaarvermits de vloed nu daadlijk
twee uuren lang, tegen het ontlastend land-
water inwerkte; en evenwel ontlastten de bei
de kokers dier (luizen, toen nog, met een
aanzienlijk verval.
Des anderen dags, den i5de" Maart, ver
trok ik's morgens om half zeven uuren
uit Middelburg; de fluis onder den Steenen
Beer was toen nog geflotenmaar de Manne-
zeefche fluis begon te werken, toen ik die,
bij gisfing, ioo roeden voorbij was.
Zoo ras ik de Welfirrgfche fluis kon be
merken, ontlastte deze het landwater reeds
dwars over de geul van Welfingen, tot -de
tegen over liggende zandplaat, welkers punt,
door de kragt der ontlasting, geheel oostlijk
was overgezet.
Ik vervolgde mijnen weg naar Rammekens,
en wagtte, op den triangeldijkhet in
vallen des vloeds af. Omtrend agt uuren
merkte ik, op droom, de kentering van den
Vloed tegen het ontlastend landwater. Ik
toef-