l86 A. SCHRAVER, ANTWOORD OVER en werking der deuren genoeg is; en men laat de fluisdeuren zoo lang bewaken, tot men de ware evenredigheid getroffen heeft, zoo in de zwaarten der gewigtenals in derzelyer plaatzing aan de kettingen. En deze bewer king wel uitgevoerd, zoo anders de werking en fluiting der deuren goed en digt is, zal de ontlasting zoo veel beipoedigen, ais de om trek des ontlastten waters 'er in de breedte door wint; dat, op de vier Huizen in Wal cheren, gewis de ruimte j zal vermeerderen, en van 36 voeten brengen op 50 voeten en derhalven de uitwerking doenof 'er in de daad eene vijfde fluis was. 5. Nog beter is het, wanneer men, bij den aanleg van nieuwe Huizen, gezorgd heeft, om kasfen in de zijdmuren of wanden te wer ken waar in de fluisdeuren blindof een- ftreeks met de geheele binnenwerkfe ruimte der Huizen, wegdraaijen. Zie deze kasfen af gebeeld in den platten grond en den opftand van eene duikerfluisin het groot Sluis - Boek., ade deel, op de ade plaat. Zulke kas fen laten zich evenwel niet gemaklijk in oude Huizen maken; en vooral in houte Huizen: 'er is echter mooglijkheid toe, mits de werk man, bij de noodige kunde, ook de vereisch- le voorzichtigheid voege. 6.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 358