DE SüATIE VAN WALCHEREN. ïpj dezelve ten minden niet nadeeliger wordt: men leze, ten dien opzichte, de noot, op bladz. 22 en 23, in het onderzoek naar de gefchiktheid der Stad Middelburgtot den Oostindifchen handeldoor den Heer p. po us; te Middelburg, bij S. van Bent hem, in dit jaar, uitgekomen. Zij luidt als volgt: dit ftukje, gelijk uit de voorrede blijkt, reeds over een geruimen tijd opgefteld zijn- de; was de haven van Middelburg en Wel- fingen als toen veel krommer dan nu. De rapporten ten minden van deskundigen, wel- ke mij van tijd tot tijd gedaan worden, berichten, dat vele uithoeken, welke het wenden van groote fchepen hinderlijk wa- ren, allengs afnemen, en het, federt de Vredesprelintinairenbinnenkomen van fche- pen, dieper gaande dan de laatst alhier ge- bouwde Oostindifche pinkfchepen, welke, mijns oordeels, boven alle andere foort verre de voorrang verdienen, bevestigt het aangenaam vooruitzicht op de verbetering derzelve, zonder het aanwenden van bui- tengewone pogingen." Men zoude, tot bevestiging hier van, nog al het een en ander kunnen aanmerken: doch bij mijn onderwerp moetende blijven, zal ik alleen verzoeken, dat men in het oog gelie- L DBtt, N ve

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 365