BE SUATIE VAN WALCHEREN. 20»
de lengte, die het water zoude moeten af-
loopen, om te ontlasten, van de gracht
der Stad Middelburg af gerekend, als zijn
de de famenvloeijing der westlijke watergan
gen, naar Wulpenburg, is niet meer, dan
de lengte van den Steenen Beer, tot het
einde van Welfmgenook zoude men de
waterverdeeling derwijze kunnen inrichten, dat
de Veerfche fluis 'er niet door afgezogen
wierd.
Maaï befchouwd men de ware vereischten
tot eene voordeelige ontlasting van landwater:
naamlijk eene fpoedige en onbeperkte wa
terverdeeling, buiten de (luizen; en de
legging van eene (luis, met betrekking tot
de hooge winden, die toch de laagfte ebben
veroorzaken, tevens met die plaats, alwaar,
aan het Eiland Walcherenuit hoofde der
natuurlijke gefteldheid, het buitenwater blijklijk
tot de meeste laagte kan afebben: dan zoude,
buiten twijffel, eene (luis, op de Vlisfingfche
haven uitwaterendever boven eene aan Wul
penburg te verkiezen zijn; dit is, uit zich
zeiven, zoo klaar, dat het geen bewijs be
hoeft. Maar of 'er gelegenheid is, om
zoodanige (luis aldaar te leggen, is eene an
dere vraag: welke ik, als met de gelegenheid
van het ftedelijk terrein der Stad Vlisfingen
N 5 niet