136 P. F. BKSESOÜD, ANTWOORD em de noodige onderrichtingen dienaangaande te geven aan elk die dezelve zoude vragen ten einde ook andere fteden in de voordeelen van een geftichtdatnaar men verzekert jjeer wel daagt te doen deelen heb ik ech ter niet noodig geoordeeld hundie moeite te geven, om de volgende redenen, die mijns be dunkens wat deze Provincie betrefteenen grooten hinderpaal daar aan in den weg zetten. 1. Om dat de kousfen - manufaftuur zwa- rere geldmiddelen vereisclit dan de tegenwoor dige omftandigheden veroorloven elk welge- ileld fraam kosp over de honderd guldens. 2. Om dat d.e perfooti die men noodig zou oordeelen zich aan te fchaffen om zulk een gefticht aanteleggen buiten twiiffel veel meer zou kosten dan eene wolfpinfter en dat meer zegt die uit hoofde van het vrees- feiijk geraas dat die kousfenweversgetouwen maken wanneer men werktaan niet meer dan twee of drie te gelijk dit handwerk zou kunnen leeren het geen dus aleer men eene Heine Fabriek kon hebben veel tijds vereis- fchen en de onkosten der oprichting veel ver meerderen zou. 3. Om dat de lieden die eenig ongemak aan armen of beenen of andere ligchaams deelen hebbentot dit weefgetouw niet ge- fcbikt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 408