142 Pi F, SERRESJOUD, ANTWOORD Haan welke zij aan eene werkzame natie aan- bieden meer omilandig voorteftellen te meer wijl dezelve gewoonlijk vergezeld gaan van eene andere foort van bezigheid die geene mindere winst dan de kanten geeftik bedoel het garen om ze te werken. Daarenboven is dit misfchien een der voor werpen van weelde, die het minst bezwarend Zijn voor de zamenleving dewijl het maar zeer weinig Waren der eerste noodzaaklijk- Jieid verfiin.lt. Een geniet Qarpent*) lands met vlas bezaaid zegt dezelfde fchrijver (Briatte) dien wij boven reeds hebben aan gehaald gefchat op éénhondert en vijftig guldens, wanneer het van het land komt waarop het gewasfen isis verfcheidene duizenden waardig wanneer het door zeer eenvoudige handelwijzen in kant veranderd is, en zelfs tot veertig of vijftig duizend, wanneer het Brusfelfche of Alenconfche kanten zijn." Het is nog van gewigt hier aan te merken, dat wij alles bezitten 't geen wij noodig heb ben om 'er óns eenen volkomen goeden uitflag van te belooven. Daar wij in dezen niets van buitenslands behoeven te halenzullen wij ook nooit kunnen blootgelleld worden aan de wil lekeurige kwellingen onzer naburen en mede- din-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1807 | | pagina 414